maandag 13 april 2009

Opiumgebruik onder 19e eeuwse kunstenaars en dichters

Opiumgebruik was in de 19e eeuw, en dan met name in de eerste helft van die eeuw, een algemeen verbreid fenomeen onder schrijvers en dichters. Van Willem Bilderdijk (1756-1831) is bekend dat hij vaak zeer depressief was sinds zijn jeugd en dat hij opium gebruikte om de 'zielepijn' te verlichten. Ook uit later tijd is van Multatuli en Slauerhoff bekend dat zij opium gebruikten en Goethe zou zich ook al hebben overgegeven aan de opiomanie. Hij was ook een gebruiker van opiaten. De schrijver Hayter heeft in de jaren zestig- toen drugs veelvuldig gebruikt werden door jongeren, hippies en kunstenaars-over 'literair druggebruik' geschreven. Toch was het gebruik van opium in de romantische 19e eeuw niet zo heel erg bijzonder. Opiaten waren vrij bij de kruidenier verkrijgbaar en ze waren een geneesmiddel tegen pijn, vermoeidheid en depressie.Ze werden ingenomen zoals wij tegenwoordig wel eens een aspirientje slikken. Ook werd opium als slaapmiddel aangeprezen. Maar romantische kunstenaars romantiseerden het opiumgebruik sinds de eerste helft van de 19e eeuw en landen als Engeland, Frankrijk en Nederland importeerden opium in die tijd uit landen als Turkije waar papaver in grote hoeveelheden werd geteeld. In 1821 publiceerde de schrijver De Quincey zijn'Confessions of an English opium eater' en ook schrijvers en dichters als Coleridge, Keats, Crabbe en Thompson gebruikten het middel.