Willem Kloos, dichter en criticus, was de grote man achter de 'Tachtigers', de literaire stroming die in de jaren tachtig van de 19e eeuw wilde afrekenen met de domineesliteratuur van met name Nicolaas Beets en andere schrijvers uit het begin van de 19e eeuw.Kloos wordt gezien als een gestoorde dichter. Hij stortte in 1893 zowel lichamelijk en geestelijk volledig in en was toen al jaren zwaar aan de drank.In 1886 schreef Kloos daar zelf over: 'dat ik in mezelf een hoop dooreen warrelende geluiden verneem, die toch geen geluiden zijn en die zich telkens tot menschenstemmen ontwikkelen, die toch niet spreken, schreeuwende, scheldende, vragende, vermanende menschenstemmen zonder woorden.' De oplossing volgens Kloos: 'Ik schonk mij een klein glaasje rum in en dronk het in een teug halfleeg, een zeer geringe hoeveelheid alcohol dus, en zie, opeens was ik weer normaal.' In 1894 publiceerde hij nog zijn Verzen en in 1896 veertien jaar literatuurgeschiedenis. In 1895 werd hij opgenomen in het sanatorium van Jelgersma,' De Vogel- en plantentuin' in Arnhem. Jelgersma schreef in een brief aan Willem Witsen over Kloos:' Hij was een dronkaard van de ergste soort, die de geestelijke en lichamelijke degeneratie en tekenen daarvan in overvloed bij zich droeg.' De huisarts die Kloos in het sanatorium van Jelgersma bezocht, besluit tot een gedwongen opname in Paviljoen 3, de psychiatrische afdeling van het Amsterdamse Wilhelmina Gasthuis. Daar snijdt Kloos in een isoleercel met een glasscherf zijn polsen door.
Kloos deed meerdere zelfmoordpogingen. Zijn huwelijk met Jeanne Reyneke van Stuwe redt hem uiteindelijk van de ondergang. Hij raakt van de drank af en heeft niet langer last van 'delieren'. Kloos geeft zijn bestaan als 'bohemien' op en begint een leven als braaf en gerespecteerd burger. Maar met zijn populariteit is het dan na 1900 ook een tijdlang gedaan. Toch bereikt hij ondanks zijn psychiatrische verleden een respectabele leeftijd, hij overlijdt in 1938. Er bestaat een geluidsopname van Kloos uit 1934, waarin hij mensen bedankt die hem hebben bedacht bij zijn 75e verjaardag. Een werkelijk unieke opname, waarbij Kloos welhaast lijkt te zingen. Willem Kloos (1859-1938), een schrijver en dichter die net als onze betovergrootvader Denijs van den Bos in 1859 het levenslicht zag. Jammer dat Kloos niet meer zo wordt gelezen. Misschien kan de verschijning van een biografie over hem hem weer onder de aandacht van het lezend publiek brengen en hem die plaats in de literatuurgeschiedenis geven die hij zo zeer verdient.