donderdag 31 juli 2008

Johannes Bavelaar en de razzia aan de Oranjegracht

Johannes Bavelaar (1899-1984), onze grootvader, was tijdens de bezetting kapper aan de Oranjegracht te Leiden. Begin jaren '80 nam ik een interview met hem af over een razzia aan de Oranjegracht. Hier volgt het resultaat.
-Wanneer werd de huiszoeking bij u gehouden?- Nou, dat was in 1942(?) geloof ik.
-Hadden de Duitsers een vermoeden dat er onderduikers bij u waren?- Nee, ze zochten aan de hele Oranjegracht. - Wie waren die onderduikers?- Nou, jongens van een jaar of twintig die naar Duitsland moesten om te werken. Ze waren gekomen om zich te laten knippen. -Waar had u ze verborgen? -Ik had ze in het washok verborgen achter in de zaak. Toen we hoorden dat de Duitsers in de buurt waren heb ik ze maar in het washok gestuurd.- Hoe komt het dat de Duitsers hen niet gevonden hebben?- Voor het deurtje zat leer behang, dus je kon de opening niet zien. De sleutel had ik eruit gehaald en ik had er een stoel voor gezet.-Zijn ze ook nog naar boven gegaan?-Ja, ze zijn met geladen geweer naar boven gegaan. Ze keken onder het bed, maar vonden niemand. -Met hoevelen waren de Duitsers? - Met zijn tweeen, maar buiten stonden er meer. -Waren er nog anderen in de zaak?- Nee, alleen die vijf jongens die niet wilden werken in Duitsland. -Hoelang heeft die huiszoeking geduurd? - Nou, gauw een kwartiertje. - Bent u gedurende de gehele bezettingstijd open gebleven? -Ja, ik heb de zaak al die tijd geopend gehouden. - Toen de Duitsers weg waren, hebt u toen meteen die vijf jongens uit het washok gehaald?- Nee, dat was te gevaarlijk. Ik heb ze nog ruim een half uur in het hok laten zitten. -Hoe wist u dat er huiszoeking werd gehouden?-Dat hoorde ik van iemand op straat, die zei dat er in onze buurt razzia werd gehouden en huiszoeking. Ik heb toen meteen die jongens verstopt. -Konden die jongens niet snel naar huis? -Nee, ze waren al te dichtbij, schreeuwen op straat, nee dat kon niet. -U speelde eigenlijk zelf met uw leven. - Ja, als die Duitsers de jongens hadden gevonden, zou ook ik meegenomen zijn. - Gebeurde het wel vaker dat er huiszoeking bij u in de buurt werd gehouden?- Nee, wel waren er op een keer Duitsers in de zaak om te knippen en te scheren, die waren ingekwartierd in de school aan het Levendaal. Ik dacht dat ze weer huiszoeking kwamen doen.- Hoe gedroegen die Duitsers zich? -Nou heel rustig hoor, dat viel wel mee. -U bent zelf toch ook nog een keer aangehouden door de Duitsers? -Ja, ik ging een klant helpen aan de Lammenschansweg, die was ook ondergedoken en die moest ik gaan knippen. Toen was ik aan de Hogewoerd en toen vroegen de Duitsers die daar wacht hielden aan mij hoe oud ik was. Toen zei ik, nou 42 jaar en dat was mijn geluk. Boven de 40 was je vrij, dan hoefde je niet mee. Dus ik kon doorlopen. Het was niet altijd zo. Ik heb wel eens gehoord dat ze ook mannen van 50 oppakten. -Hebt u echt honger gehad? - Ja, ik kreeg hongeroedeem, dikke benen. 's Zondags ging ik naar Rijnsburg lopen, daar at ik bij mijn schoonouders. Daar was nog wat, maar door de weeks was ik in Leiden en daar kreeg je dan zwarte aardappelen, brood met leng, ontzettend was dat. 's Avonds ging je vroeg naar bed, want je had het te koud om op te blijven zitten.