Oorzaken van de Duitse inflatie
Interne factoren
In de visie van de niet-Duitse economen en theoretici werd de kiem voor de inflatie al tijdens de oorlog gelegd. Het was in die jaren dat de overheid, in de verwachting de oorlog te winnen, grote hoeveelheden geld liet drukken ter bekostiging van die oorlog. De inflatie van na 1919 moet in hun ogen daarom ook verklaard worden uit het financieel-economisch beleid, zoals de Duitse overheid dat sinds de Eerste Wereldoorlog gestalte had gegeven. Met klem wijst men op de kwalijke gevolgen van monetair financieren. Nadat de oorlog in 1918 beeindigd was, was het begrotingstekort enorm hoog opgelopen. Voor een belangrijk deel kwam dit tekort voort uit de stijging van de sociale uitgaven, de vermindering van inkomsten uit economisch belangrijke industrieen en industriegebieden. Daarbij kwam nog de problematiek der herstelbetalingen. De Duitse regering, bevreesd voor sociale onrust, weigerde over te gaan tot verregaande belastingverhoging en zocht haar toevlucht tot het zo inflatoir werkende middel van monetaire financiering. Het is deze monetaire financiering die de niet-Duits economen als belangrijkste oorzaak zien.