Om nu een aanvang te maken met het vinden van een zinnig lijkend antwoord op een dergelijke gecompliceerde vraag, is het wellicht noodzakelijk -bij de opbouw van het werkstuk- van een driedeling uit te gaan. Daartoe zullen vooreerst de aloude beleidspercepties worden behandeld. Vervolgens zal de eerder genoemde vooroorlogse zelfstandigheidspolitiek enigszins nader worden belicht. Tenslotte komt in het laatste chapiter de naoorlogse politiek ter sprake. Hierbij zij nog aangemerkt dat-gezien tijd en ruimte- op elk der drie genoemde gebieden slechts zeer summier kon worden ingegaan.
Beleidspercepties- De neutraliteitspolitiek -zoals deze strikt vanaf 1839, minder strikt als 'zelfstandigheidspolitiek' vanaf 1920 is gevoerd - gaat in theorie terug tot het midden van de zeventiende eeuw, toen mensen als Pieter de la Court en Johan de Witt hun ideeen omtrent het belang van een meer abstentionistisch georienteerde buitenlandse politiek kenbaar maakten.