dinsdag 19 augustus 2008

Anna's voorvaderen (vervolg)

In zijn boek 'Paardenkracht en mensenmacht' schrijft Dr. Brugmans: 'In het algemeen kan men zeggen dat de periode 1795-1813 voor deze groep een gunstige tijd is geweest. Van schaarste aan grondstoffen, zoals bij de nijverheid, was uiteraard geen sprake; en al mocht de export over zee geleidelijk slinken, de binnenlandse markt en de export over land bleven tot goede bedrijfsresultaten leiden.'
De eerste echte gegevens omtrent de familie Van den Eijkel dateren van rond 1788, toen een zekere Gerrit van den Eijkel in Rijnsburg het levenslicht zag. Genoemde Gerrit is een kleinzoon of achterkleinzoon van eerder genoemde Jan van den Eijkel. Gerrit is waarschijnlijk rond 1808 met Aafje Balkenende (familie van onze huidige premier?) in het huwelijk getreden. Ze waren woonachtig in het centrum van Rijnsburg en Gerrit zal als landbouwer werkzaam zijn geweest. Zijn inkomen zal in de jaren 1810-1820 fl 1000,- per jaar hebben bedragen, hetgeen hem tot iemand uit de middenklasse maakte. Tot 1840 bleef dit beeld vrij stabiel. Uit het huwelijk werden zeker acht kinderen geboren en wellicht is een vroedvrouw bij de bevallingen aanwezig geweest. Ter wereld kwamen in chronologische volgorde: Antonie (21 april 1810), Arie (26 december 1811), Willem (20 september 1813), Gerrit (29 oktober 1815), Nicolaas (27 juli 1817), Jacob (28 februari 1819) en Johannes (7 of 8 mei 1821).
Het is vrijwel zeker dat de kinderen in hun jeugdjaren allen op school zijn geweest. Ze waren allen in staat hun handtekening te zetten en hadden dus enig schrijfonderricht genoten. Zeker speelde de kerk een belangrijke rol bij het geven van onderwijs. Men mag aannemen dat reeds in de 17e en 18e eeuw het schoolleven in Rijnsburg een vrij behoorlijk niveau heeft gekend. Wat dit betreft steekt het dorp gunstig af bij een stad als Leiden waar de kinderen in deze periode er wat onderwijsvoorzieningen betreft veel bekaaider afkomen.
Men mag aannemen dat de kinderen Van den Eijkel in de jaren 1816-1833 de school in Rijnsburg hebben bezocht en daarnaast wellicht op het land hebben geholpen, waarna ze merendeel in het huwelijk traden met jongedochters uit hun geboortedorp, dan wel uit de omliggende gemeenten, waaronder Katwijk en Haarlem. Zoon Arie trad waarschijnlijk in 1837 in het huwelijk met Johanna Zwarts (Schwartz), een uit Haarlem afkomstige, op 29 oktober 1808 geboren vrouw met Duitse voorouders met een evangelisch-Lutherse gezindte. Bekend is dat in de 18e eeuw een groot aantal families vanuit Noordwest-Duitsland naar Nederland is gekomen. Zij werden aangeduid met de naam 'Hollandgaenger' en verlieten om economische redenen hun vaderland. Ofschoon hun aantal na 1750 afnam, waren het er rond 1810 nog altijd zo'n 20.000. Droefgeestig was het overlijden van vader Gerrit van den eijkel op 29 april 1837, hij was nog geen 50 jaar oud.